In het jaar 2014 heeft de wetgever de zogenaamde ‘liquidatiereserve’ het leven ingeroepen. In het jaar 2020 kan de algemene vergadering voor het eerst de liquidatiereserve, welke aangelegd werden voor het boekjaar 2014, uitkeren aan het verlaagde tarief van 5% roerende voorheffing.
De invoering van de liquidatiereserve
De liquidatiereserve is een winstbestemming voor kleine ondernemingen, welke door de wetgever ingevoerd werd vanaf het boekjaar 2014. De liquidatiereserve werd ingevoerd als compensatie voor de verhoogde liquidatiebelasting, die in dat jaar steeg van 10% naar 25% en vervolgens verder naar 30%. Dit jaar, in 2020, zal de algemene vergadering kunnen beslissen om de liquidatiereserve, welke aangelegd werd voor het boekjaar 2014, uit te keren aan het verlaagde tarief van slechts 5% roerende voorheffing.
De tarieven van de liquidatiereserve
Bij de aanleg van een liquidatiereserve dient er een anticipatieve heffing van 10% betaald te worden. Vervolgens dient de liquidatiereserve op een onaantastbare reserverekening ‘geparkeerd’ te worden. Indien de liquidatiereserve onaangeroerd blijft staan op deze reserverekening voor een periode van minstens 5 jaar, kan er genoten worden van het verlaagde tarief van 5% roerende voorheffing.
Als de liquidatiereserve echter onaangeroerd blijft staan tot op het moment van de vereffening van de vennootschap, is er geen roerende voorheffing verschuldigd bij uitkering naar aanleiding van de vereffening. Indien de 5 jarige periode niet gerespecteerd wordt, zal er bij uitkering van een liquidatiereserve een tarief van 17% (voor de liquidatiereserves aangelegd t.e.m. het aanslagjaar 2017) of 20% roerende voorheffing verschuldigd zijn.
Het grote voordeel van het aanleggen van een liquidatiereserve, is dat er een lagere roerende voorheffing is dan bij een gewone dividenduitkering. Bij de uitkering van een gewoon dividend betaalt u namelijk 30% roerende voorheffing. De voorheffing die u betaalt bij het uitkeren van een liquidatiereserve, waarbij de 5-jarige wachtperiode gerespecteerd wordt, bedraagt slechts 13,64%. (10% op 100 en na 5 jaar nog 5% op de resterende 90)