In mei van dit jaar werd het vennootschapsrecht hervormd. Het oude wetboek van vennootschappen werd als het ware weggegooid en een nieuw wetboek werd geschreven: het wetboek van vennootschappen en verenigingen (het WVV). Hierin werden een aantal dwingende bepalingen opgenomen die dus van kracht worden voor alle vennootschappen op 1/1/2020, ook als u uw statuten niet heeft gewijzigd. Hier geven we een overzicht van enkele belangrijke dwingende bepalingen:
Pas uw briefhoofd aan: de term BVBA bestaat niet meer vanaf 1/1/2020
Er worden nog geen sancties voorzien indien u de nieuwe term “BV” nog niet zou gebruiken, maar we raden u toch aan om zoveel mogelijk briefhoofden, facturen, reclame, enz. aan te passen: vanaf 1/1/2020 bestaat de BVBA niet meer. Uw BVBA wordt dus automatisch een BV, ook zonder statutenwijziging.
Afschaffing begrip kapitaal
In het nieuwe WVV wordt het begrip “kapitaal” enkel nog behouden voor de NV. In de BV is er dus geen sprake meer van kapitaal. Het kapitaal en de wettelijke reserve worden op 1/1/2020 in de bestaande BV’s en CV’s automatisch omgezet in een “statutair onbeschikbaar eigen vermogen”. Er zullen dus ook boekingen dienen te gebeuren om dit in de balans uit te drukken. In deze vennootschappen zal een kapitaalvermindering voortaan dus ook niet meer bestaan, we spreken vanaf 1/1/2020 van een uitkering van eigen vermogen aan de aandeelhouders. Aangezien het kapitaal werd omgezet in een statutair onbeschikbaar eigen vermogen zal u dus eerst naar de notaris moeten om de statuten te wijzigen en om dit vermogen om te zetten in een beschikbaar eigen vermogen.
Alle uitkeringen worden onderworpen aan strengere controles
Als u vroeger een dividend wou uitkeren, volstond het om na te zien dat het eigen vermogen niet onder de grens van het maatschappelijk kapitaal zakte. Vanaf 1/1/2020 moet elke uitkering (dividend, tantième, uitkering van beschikbaar eigen vermogen) onderworpen worden aan twee testen: de balanstest en de liquiditeitstest. (Dit geldt niet voor de CommV, de VOF, de NV)
De balanstest is min of meer dezelfde voorwaarde als onder de oude wet: na uitkering mag het netto-actief (activa – schulden) niet negatief worden.
De liquiditeitstest is toch wat ingewikkelder: er mag pas een uitkering gebeuren als kan gewaarborgd worden dat de vennootschap haar verplichtingen (betaling van de schulden) kan blijven betalen gedurende de komende 12 maanden. Hierbij moet rekening gehouden worden met alle gekende elementen op datum van de uitkering. Dus als u twee maanden na de uitkering een belangrijke investering plant, moet dit meegenomen worden in de berekening.
Deze testen moeten door de bestuurders gedaan worden. Dus het is mogelijk dat wanneer de aandeelhouders beslissen om een dividend uit te keren, dat de bestuurders tegen deze beslissing in de uitkering moeten tegenhouden indien deze tests uitwijzen dat de solvabiliteit of de liquiditeit in het gedrang komen. Dit uiteraard wanneer de bestuurders en de aandeelhouders niet dezelfde personen zijn. Zijn deze wel dezelfde personen, dan ontstaat er eventueel een tegenstrijdig belang.
Indien er toch uitkeringen gedaan worden, hoewel de tests dit niet toelaten, dan kan het dividend worden teruggeëist van de aandeelhouders.
Belangrijke wijzigingen aangaande het bestuur
1. Belangenconflicten
Vanaf 1/1/2020 zal de bestuurder die een belangenconflict heeft, niet meer kunnen deelnemen aan de beraadslaging en de stemming (dat kon vroeger wel). Dit gebeurt voortaan door de algemene vergadering. De bestuurders die een belangenconflict hebben leggen dit voor aan de algemene vergadering. Indien de aandeelhouder dezelfde persoon is als de bestuurder, dan mag de beslissing wel zelf genomen worden. Uiteraard moeten de nodige verslagen opgemaakt worden.
2. Beperking bestuurdersaansprakelijkheid
Voortaan wordt de bestuurdersaansprakelijkheid wettelijk begrensd. De grenzen zijn afhankelijk van de omvang van de onderneming en variëren tussen 125.000 euro en 12.000.000 euro. Opgelet: deze grenzen gelden enkel voor toevallige en lichte fouten. Terugkerende en grove fouten worden steeds voor het volle pond aangerekend, ook wanneer er sprake is van bedrieglijk opzet, fraude of het niet betalen van belastingschulden en sociale bijdragen.
3. Geen bestuurders meer met arbeidsovereenkomst
Volgens het WVV is het mandaat van een bestuurder en van leden van een directieraad of toezichtsorgaan voortaan steeds een zelfstandig mandaat. Bestuurders die op heden als bediende hun mandaat uitvoeren, zullen zich dus moeten aansluiten bij een sociale kan voor zelfstandigen.
4. Geen dubbel mandaat meer: aanpassing van de samenstelling van de raad van bestuur dringt zich op.
Vanaf 1/1/2020 kan dezelfde persoon niet meer bestuurder in eigen naam zijn en ook als vast vertegenwoordiger optreden van een vennootschap die als bestuurder is benoemd. M.a.w. een bestuurder kan voortaan nog slechts één keer optreden, ofwel in eigen naam, ofwel via een vennootschap-bestuurder (waarin hij of zij als vaste vertegenwoordiger is benoemd). De dubbele benoeming in eigen naam en via vennootschap werd in het verleden wel eens toegepast bij een NV waarbij men aan het minimum aantal bestuurders moest geraken. Dit behoort vanaf 1/1/2020 dus voorgoed tot het verleden. Ook fiscaal is het van groot belang om de dubbele mandaten uit het leven te helpen. Er zullen dus in vele gevallen aanpassingen moeten gebeuren in de samenstelling van de bestuurders.
Aarzel niet om contact op te nemen met ons kantoor indien u vragen zou hebben met betrekking tot voorgaande.