Om privé successierechten te ontwijken kunt u in samenspraak met uw boekhouder en notaris een aantal fiscale constructies opzetten. We laten ze in een reeks artikels een voor een aan bod komen. In dit artikel nemen we het vruchtgebruik onder de loep.
Vruchtgebruik volgens de wet
Wat zegt de wetgever[1] over het begrip vruchtgebruik: “het is het recht om van een zaak, waarvan een ander de eigendom heeft, tijdelijk het genot te hebben, zoals de eigenaar zelf, maar met de verplichting om de zaak zelf in stand te houden.” Degene die van het vruchtgebruik geniet, noemen we de vruchtgebruiker. De eigenaar die zijn goed in vruchtgebruik geeft, noemen we de ‘blote eigenaar’ of ‘naakte eigenaar’. Hij behoudt altijd de blote eigendom. Vruchtgebruik kan zowel op roerende als onroerende goederen toegepast worden.
Rechten van de vruchtgebruiker
Als vruchtgebruiker heeft u dus het recht om gebruik, te maken van een goed, zoals een eigenaar zelf dat zou doen. En zoals het woord zelf zegt mag u ook de vruchten of inkomsten binnenhalen. Concreet: heeft u het vruchtgebruik van een pand en verhuurt u dat pand, dan int u als vruchtgebruiker het huurgeld. U mag het vruchtgebruik ook op iemand anders overdragen. Vruchtgebruik is altijd een tijdelijk recht. U kunt een termijn afspreken. Of het vruchtgebruik kan levenslang zijn: dan stopt het op het ogenblik dat de vruchtgebruiker sterft. De blote eigenaar wordt dan weer volle eigenaar van het goed in kwestie. Het is ook mogelijk om aan een vruchtgebruik te ‘verzaken’. Dan wilt u het recht van vruchtgebruik niet langer uitoefenen en kunt u dit met een notariële akte beëindigen.
Plichten van de vruchtgebruiker
Tegenover rechten staan altijd plichten. En zo heeft de vruchtgebruiker ook plichten tegenover de eigenaar:
- Er moet een inventaris of boedelbeschrijving opgemaakt worden bij de opstart van het vruchtgebruik;
- De vruchtgebruiker staat borg voor het goed in kwestie;
- Het goed moet beheerd worden door de vruchtgebruiker zoals een goede huisvader;
- De vruchtgebruiker bekostigt alle onderhoud en herstellingen, behalve de zogenaamde ‘grove’ herstellingen (bv. herstellingen van daken, balken, zware muren en gewelven, steunmuren, …);
- De lasten op het goed worden betaald door de vruchtgebruiker: onroerende voorheffing, brandverzekering, …;
- Bestaan er op het goed in kwestie schulden, dan betaalt de vruchtgebruiker de interesten van die schulden;
- Als het vruchtgebruik eindigt, moet de vruchtgebruiker (of zijn erfgenamen) het goed teruggeven in de oorspronkelijke staat.
En de blote eigenaar?
De blote eigenaar mag het roerend of onroerend goed verkopen, maar dat betekent niet dat het vruchtgebruik hiermee eindigt. De koper wordt de nieuwe ‘blote eigenaar’ en moet de rechten van de vruchtgebruiker respecteren. Ook de vruchtgebruiker kan zijn rechten van vruchtgebruik verkopen, maar het vruchtgebruik eindigt altijd sowieso op het ogenblik dat de oorspronkelijke vruchtgebruiker sterft.
Waarom zou u kiezen voor vruchtgebruik?
Vruchtgebruik kan interessant zijn als u bijvoorbeeld een pand koopt en uw vennootschap het vruchtgebruik krijgt. In dat geval kan uw vennootschap maximum 30 jaar genieten van het vruchtgebruik. Daarna wordt de blote eigenaar, u zelf in dit geval, terug de volle eigenaar. Daar zijn voordelen aan die niet fiscaal van aard zijn. Denken we maar aan het geval waarbij de vennootschap failliet gaat. Dan gaat de volle eigendom gewoon over naar de blote eigenaar. De curator kan geen beslag leggen op het eigendom om schuldeisers te betalen. Fiscaal gezien is vruchtgebruik heel interessant voor een vennootschap omdat bijvoorbeeld bij vastgoed ook de grond mee afgeschreven kan worden. Als de vennootschap volle eigenaar is, kan ze enkel de gebouwen afschrijven. En de blote eigenaar moet minder investeren omdat de blote eigendom heel wat minder waard is dan de volle eigendom. De waarde van zijn blote eigendom blijft echter wel stijgen naarmate de termijn van het vruchtgebruik vordert. En op deze waardevermeerdering hoeft hij geen roerende voorheffing te betalen.
Graag meer uitleg over wat vruchtgebruik voor u en uw vennootschap kunnen betekenen? Contacteer ons voor een afspraak.
[1] Artikel 578 van het Burgerlijk Wetboek